Fiscaliteit

Wat betekent het regeerakkoord voor jou als ondernemer?

PIA Advisory
3 februari 2025
Eindelijk is het zover: na 236 dagen onderhandelen is er op vrijdag 31/1 een regeerakkoord bereikt. Dit nieuwe regeerakkoord bevat heel wat nieuwigheden voor jou als ondernemer. Alhoewel het momenteel nog wachten is op de finale wetteksten, geven onze advisory-experts je graag al een huidige stand van zaken.

De impact op je vennootschapsbelasting.

1.     De aftrekbaarheid van hybride wagens zal versoepelen.

Oorspronkelijk was voorzien dat de aftrekbaarheid van hybride wagens zou dalen naar 75% in 2025, 50% in 2026, 25% in 2027 en 0% in 2028. Maar dit verandert nu. Tot eind 2027 blijven de hybride wagens voor 75% aftrekbaar. In 2028 wordt dit 65% en in 2029 daalt dit naar 57,5%.

2.    Minieme aanpassing voor de managementvennootschappen.

De regering scherpt de regels rond managementvennootschappen aan. Via een managementvennootschap geldt een verlaagd tarief van 20% op de eerste 100.000 euro winst, op voorwaarde dat de bedrijfsleider zichzelf een jaarlijks minimumloon uitkeert. Dat minimumbedrag stijgt nu van 45.000 naar 50.000 euro bruto.
Daarnaast worden ook de fiscale voordelen bij het uitkeren van opgebouwde winsten minder interessant. Eigenaars van vennootschappen konden via een liquidatiereserve geld fiscaal voordelig overbrengen naar hun privévermogen. De roerende voorheffing op die liquidatiereserve stijgt van 5 naar 6,5%, terwijl de wachttermijn om van dit gunsttarief te genieten daalt van vijf naar drie jaar. Hierdoor stijgt het effectieve belastingtarief van 13,64 naar 15%.
Toch is er zeker ook een voordeel: ondernemers kunnen sneller aan hun geld, al blijft de juiste timing belangrijk. Wie binnen de nieuwe wachtperiode van drie jaar toch al geld opneemt, betaalt het gewone tarief van 30 % roerende voorheffing.
Het VVPRbis-stelsel, waarbij kleine vennootschappen opgericht vanaf 1 juli 2013 dividenden kunnen uitkeren aan een tarief van 15% roerende voorheffing na een eenmalige wachtperiode van de eerste vier boekjaren, blijft bestaan.
Tegenover wat er eerst op tafel lag, vallen deze wijzigingen best wel mee.

3.     Een strenger regime voor de DBI-aftrek.

De regels rond de aftrek van definitief belaste inkomsten (DBI-aftrek) worden verstrengd. Voortaan geldt een hogere drempel: ondernemingen moeten minstens 10% van de aandelen van een dochtervennootschap bezitten of een minimale aanschaffingswaarde van 4 miljoen euro aanhouden (in plaats van de huidige 2,5 miljoen euro). Hierdoor zullen minder winstuitkeringen in aanmerking komen voor de aftrek. Belangrijk: deze verstrenging zou niet van toepassing zijn op kleine en middelgrote ondernemingen.
Daarnaast komt er een extra voorwaarde: de deelneming moet de aard hebben van een financieel vast actief. Dit betekent dat de moedermaatschappij een duurzame band met de dochtervennootschap moet hebben en de investering niet als een gewone belegging mag beschouwen.
Om de Europese regelgeving te volgen, wordt de DBI-aftrek omgezet in een vrijstelling. Dit is vooral een technische aanpassing, maar de strengere regels gelden enkel voor transacties tussen grote ondernemingen. Een grote onderneming die investeert in een startende vennootschap behoudt de voordelen van het oorspronkelijke DBI-regime.
Ook het gunstige DBI-stelsel voor DBI-beveks blijft grotendeels behouden, maar er komt wel een nieuwe meerwaardebelasting van 5% op deze beleggingsfondsen.

De impact op je personenbelasting.

1.     De invoering van de ondernemersaftrek voor eenmanszaken.

Om ondernemerschap te stimuleren kan een zelfstandige een eerste schijf van zijn winsten of inkomsten – na de verrekening van de fiscale verliezen en aftrek van beroepskosten – aftrekken  van de belastingen. Dit zou, bijvoorbeeld, neerkomen op een vrijstelling van 10% van de winst, met een maximum van 10.000 euro per jaar. De exacte bedragen werden nog niet bekendgemaakt.

2.     De meerwaardebelasting op financiële vaste activa.

Er komt een solidariteitsbijdrage op de gerealiseerde meerwaarde van financiële activa, die alleen geldt voor toekomstige winsten, terwijl historische meerwaarden vrijgesteld blijven. Minderwaarden kunnen binnen het jaar afgetrokken worden, met een voetvrijstelling van 10.000 euro die jaarlijks wordt geïndexeerd.
Voor ondernemers met een aanmerkelijk belang van minstens 20% in een bedrijf, is de winst op de verkoop van aandelen tot 1 miljoen euro vrijgesteld. Meerwaarden boven dit bedrag worden belast tegen oplopende tarieven: 1,25% tussen 1 en 2,5 miljoen euro; 2,5% tussen 2,5 en 5 miljoen euro;  5% tussen 5 en 10 miljoen euro en 10% voor meerwaarden boven 10 miljoen euro.
De effectentaks blijft 0,15% en wordt niet verhoogd. De solidariteitsbijdrage op aandelenopties is geschrapt. Verder wordt de taks op beursverrichtingen gemoderniseerd en vereenvoudigd om een gelijk speelveld te creëren. Ook worden belastingverminderingen voor startende ondernemingen en groeibedrijven samengevoegd in één regeling om burgers te stimuleren hun spaargeld in de economie te investeren.

3.     De vereenvoudiging en harmonisatie van het aanvullend pensioen.

Het maximale bedrag voor het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) stijgt van 8,17% naar 8,5% van het netto belastbaar inkomen.

4.     De federale intrestaftrek voor niet-eigen woningen wordt geschrapt.

Intresten op de aankoop van een tweede woning zijn niet langer fiscaal aftrekbaar. Dit zal een belangrijke impact hebben op bedrijfsleiders die een deel van de gezinswoning verhuren aan de vennootschap en hun gecreëerde belastbaar onroerend inkomen geneutraliseerd zagen door de toepassing van de federale interestaftrek. Hetzelfde geldt voor particulieren die een tweede verblijf bezitten met daaraan gekoppeld een (vaak niet-hypothecair gewaarborgde) lening.

5.     De belastingregeling voor auteursrechten versoepeld.

De regering-De Wever draait de hervorming van het fiscaal gunstregime voor auteursrechten terug naar het oude systeem van voor 2023, met een tarief van 15% , forfaitaire aftrekken en een brede toepassingsbasis. Dit opent terug perspectieven voor een optimalisatie van de Personenbelasting voor de digitale beroepen.

6.     Het huwelijksquotiënt wordt afgebouwd.

Het huwelijksquotiënt, dat de meest verdienende partner in staat stelt een deel van zijn inkomen belastingtechnisch door te geven, wordt afgebouwd. Het voordeel wordt gehalveerd tegen 2029 en verdwijnt uiteindelijk voor gepensioneerden.

7.     De belastingvermeerdering bij onvoldoende voorafbetalingen wordt afgeschaft voor winsten- en batenbehalers.

De boetes voor het niet vooraf betalen van belastingen worden afgeschaft. In plaats daarvan komt er een vijfde periode voor voorafbetalingen. Wie zijn betalingen voor 20 februari doet, ontvangt zelfs een belastingvermindering in plaats van een verhoging.

De impact op je personeel en loon.

1.     De vermindering van de RSZ-werkgeversbijdragen voor eerste werknemer blijft.

De vermindering voor de eerste werknemer blijft 2.000 euro per kwartaal, zonder tijdslimiet. Voor de tweede tot de vijfde werknemer is de vermindering 1.000 euro per kwartaal, voor de eerste drie jaar.

2.     Er komt een strenger beleid voor langdurige zieken

Om de groei van langdurig zieken tegen te gaan, worden bedrijven verantwoordelijk gesteld. Bedrijven (behalve kmo's) moeten 30 procent van de uitkering voor langdurig zieke werknemers betalen tijdens de eerste twee maanden na de gewaarborgde loonperiode. Momenteel betalen ze alleen het gewaarborgd loon voor de eerste maand (bedienden) of de eerste zeven dagen (arbeiders), waarna het RIZIV tussenkomt.

3.     Verhoogde maaltijdcheques van 12 euro.

Bedrijven kunnen binnenkort maaltijdcheques van maximaal 12 euro geven, in plaats van de huidige 8 euro. Andere cheques, zoals ecocheques en cultuurcheques, verdwijnen op termijn.

4.     Een uitbreiding van het flexijob-regime

Het maximale jaarinkomen voor flexi-jobbers gaat van 12.000 naar 18.000 euro. Gepensioneerden die na een volledige loopbaan van 45 jaar of na de wettelijke pensioenleeftijd bijverdienen, kunnen rekenen op een verlaagde belasting van 33 procent, zonder verdere belastingen.

Webinar: de impact op jou als ondernemer.

Alhoewel het momenteel nog wachten is op de finale wetteksten, volgen onze advisory-experts deze nieuwe maatregelen voor jou op de voet. Onze specialisten maken graag de vertaalslag naar wat dit voor jou betekent als ondernemer in ons webinar op dinsdag 11 februari om 17u.
Wil jij hieraan graag deelnemen en jouw vragen rechtstreeks aan onze experts stellen? Schrijf je dan zeker in:

Zit je nu al met vragen?

Aarzel dan niet en neem contact op met onze experts. Ze helpen je graag waar mogelijk!

Meer weten over onze diensten?

We helpen je graag verder.

Contacteer ons