Plug-in hybrides: voordeel enkel voor eenmanszaken

Wie als ondernemer investeert in een bedrijfswagen, kijkt al lang niet meer alleen naar het verbruik of de aankoopprijs. Fiscale aftrekbaarheid speelt een steeds grotere rol. Tot nu toe waren plug-in hybrides een slimme keuze: milieuvriendelijker dan een klassieke brandstofwagen, maar zonder de “range anxiety” van een volledig elektrische. Vanaf 2026 komt daar verandering in. Hybrides die vanaf 1 januari 2026 worden besteld, verliezen hun fiscale aftrekbaarheid. De regering-De Wever voorzag nochtans in haar coalitieakkoord een verregaande versoepeling van de hybridefiscaliteit. Echter, na adviezen van de Raad van State blijft van deze versoepelingen bitter weinig over. Om Europese sancties te vermijden past de regering de fiscale comeback van de plug-in hybrides drastisch aan. De versoepelingen blijven louter overeind voor zelfstandigen met een eenmanszaak.

Europa wil de overstap naar volledig elektrisch rijden versnellen en dwingt België om haar hybridefiscaliteit ongewijzigd te laten voor vennootschappen. Er wordt voortaan een duidelijk onderscheid gemaakt tussen natuurlijke personen (zoals eenmanszaken) en rechtspersonen (zoals vennootschappen).

1.      Enkel eenmanszaken behouden het fiscale voordeel
Vanaf 1 januari 2026 kunnen enkel nog zelfstandigen met een eenmanszaak gebruikmaken van een fiscale aftrek voor plug-in hybrides die vanaf die datum worden besteld. Voor vennootschappen valt dat voordeel volledig weg. Wagens gekocht of geleased vanaf 1 januari 2026 door vennootschappen worden fiscaal gelijkgesteld met gewone benzine- of dieselwagens. Deze kosten zijn dan niet langer aftrekbaar.

2.      CO₂-uitstoot bepaalt fiscale aftrekbaarheid
Om in aanmerking te komen voor een fiscale aftrek, moet een plug-in hybride een lage CO₂-uitstoot hebben. In de praktijk betekent dat meestal maximaal 50 gram per kilometer. De uiteindelijke aftrek hangt dus niet rechtstreeks af van het aantal elektrische kilometers, maar van de officiële uitstootcijfers van het voertuig.

Let op: vanaf 2026 wordt de CO₂-uitstoot bepaald volgens nieuwe Europese normen waardoor de CO₂-uitstoot van nieuw verkochte hybrides substantieel hoger zal liggen.

3.      Bestel- en inschrijvingsdatum zijn bepalend
De nieuwe regels gelden voor wagens die na 1 januari 2026 besteld én ingeschreven worden. Heb je vóór die datum nog een contract getekend én wordt de wagen tijdig ingeschreven? Dan kan je mogelijk nog van het oude regime genieten. Tijdig handelen is dus cruciaal.

Voor eenmanszaken verandert er dus weinig, zolang je kiest voor een plug-in hybride die voldoende zuiver elektrisch kan rijden. Voor vennootschappen is de wijziging ingrijpend: de volledige kostenstructuur van een hybride bedrijfswagen verandert én de totale kostprijs stijgt aanzienlijk.

De stemming van de wet zou voorzien worden na de zomervakantie. Hoewel het finale wetsontwerp op dit moment nog niet beschikbaar is, kan het toch verstandig zijn je alvast voor te bereiden op wat naar alle waarschijnlijkheid zal volgen.

Dan hoef je niet onmiddellijk in te grijpen, maar blijf wel alert:

Dan is dit hét moment om je wagenbeleid te herbekijken:

Niet alleen de aftrekbaarheid van de wagen daalt, ook bijbehorende kosten zoals onderhoud, brandstof en verzekering worden minder fiscaal aftrekbaar. Dat heeft impact op je totale belastingdruk.

Voor plug-in hybrides met hogere CO₂-uitstoot stijgt het VAA, wat betekent dat je als bestuurder méér belast wordt op het privégebruik van de wagen. Dat maakt de hybride minder interessant als looncomponent.

Veel constructeurs hanteren levertermijnen van meerdere maanden. Wil je nog onder de oude regeling vallen? Dan moet je nu al in actie schieten.

De nieuwe fiscale regels zorgen voor een tweedeling: