Fiscaliteit

Wat betekenen het zomerakkoord en de programmawet van 2025 voor jou als ondernemer?

Nicolas Destryker
28 juli 2025
Wat betekenen het zomerakkoord en de programmawet van 2025 voor jou als ondernemer?
De Belgische regering zet deze zomer volop in op fiscale hervorming. Met het zomerakkoord van 21 juli 2025 presenteerde ze ambitieuze plannen die de komende maanden nog in wetgeving gegoten moeten worden. Enkele dagen eerder, op 17 juli, werd al een programmawet goedgekeurd die meteen een reeks maatregelen invoerde – sommige zelfs met terugwerkende kracht. Wat betekenen die hervormingen concreet voor jou als ondernemer? In dit overzicht leggen we haarfijn uit wat nu al geldt en wat nog moet komen.

Zomerakkoord 2025: wat is aangekondigd, maar nog geen wet?

Loon en voordelen: verschuiving naar nettoloon

Het zomerakkoord stuurt aan op een herwaardering van het klassieke brutoloon. Fiscale omwegen zoals maaltijdcheques, de IPT-regeling of het huwelijksquotiënt worden afgebouwd of hervormd. Doel: meer eenvoud en transparantie in de verloning, en een gelijker speelveld tussen werknemers en zelfstandigen.
  • De belastingvrije som stijgt, wat betekent dat iedereen een groter deel van zijn inkomen belastingvrij mag verdienen. Het netto loon stijgt dus automatisch – zonder dat daar extra voordelen of constructies voor nodig zijn.
  • Maaltijdcheques worden verhoogd tot 10 euro per werkdag, maar tegelijk worden eco- en cultuurcheques afgeschaft. Dat maakt het systeem eenvoudiger, maar beperkt ook het aantal belastingvrije alternatieven voor werkgevers.
  • De IPT (Individuele Pensioentoezegging), de populaire pensioenopbouw via de vennootschap, wordt hervormd. Ook de onderliggende 80%-regel, die de aftrekbaarheid bepaalt, wordt aangepast. Hierdoor wordt het fiscaal optimaliseren van je pensioen minder vanzelfsprekend.
  • Het huwelijksquotiënt, waarbij het inkomen van de ene partner fiscaal kan worden ‘gesplitst’ met de andere, wordt geleidelijk afgeschaft. Vooral gezinnen met één grote en één kleine verdiener zullen dit voelen.
  • De BBSZ (bijdrage op zelfstandige bezoldiging) wordt verlaagd. Dit is een positieve maatregel die het aantrekkelijker maakt om jezelf via de vennootschap een loon uit te keren.
Voor ondernemers betekent dit een herdenking van hun loon- en pensioenstrategie. Meer loon uitkeren wordt aantrekkelijker, maar voordelen via de omweg van cheques of pensioenvehikels worden minder fiscaal voordelig.

Het 20%-tarief: strengere voorwaarden aangekondigd

Wie vandaag gebruik maakt van het gunstige 20%-tarief bij voordelen van alle aard (VAA), krijgt te maken met strengere spelregels.
  • Om het verlaagd tarief te behouden, moet je als  bedrijfsleider een minimumloon van 50.000 euro ontvangen, of minstens 50% van de belastbare winst van de vennootschap, indien lager
  • Daarnaast mogen de voordelen van alle aard niet meer bedragen dan 20% van dat loon. Wordt dit overschreden, dan verliest de vennootschap het recht op het verlaagde tarief..
Deze maatregel moet vermijden dat voordelen zoals auto's of woningvergoedingen disproportioneel hoog worden toegekend tegenover het brutoloon. Voor ondernemers en vennootschapsbestuurders is dit het moment om hun verloningspakket opnieuw te bekijken en waar nodig aan te passen.
Overigens zal deze maximaal 20% voordelen in natura drempel ook worden toegepast op de verloning van werknemers. Sanctie in dat geval voorziet een extra heffing van 7,5% op de voordelen welke deze drempel overschrijden.

Autofiscaliteit: plug-in hybrides enkel nog interessant voor eenmanszaken

Vanaf 2026 worden de regels strenger:
  • Vanaf 2026 worden enkel de effectief elektrisch gereden kilometers nog als milieuvriendelijk erkend bij plug-in hybrides.
  • Voor vennootschappen verdwijnen de fiscale voordelen voor plug-in hybrides quasi volledig: de aftrekbaarheid daalt fors en het voordeel van alle aard stijgt.
  • Voor éénmanszaken blijven bepaalde voordelen wél overeind, omdat zij fiscaal aftrekken in de personenbelasting, waar andere regels gelden.

De meerwaardebelasting

België was tot nu toe een uitzondering: particuliere beleggers betaalden in principe geen belasting op meerwaarden. Daar komt verandering in. Het zomerakkoord introduceert een nieuwe regeling die vanaf 1 januari 2026 van kracht zou worden.
  • Er komt een belasting van 10% op gerealiseerde meerwaarden op aandelen, fondsen en derivaten.
  • Jaarlijks is de eerste 10.000 euro vrijgesteld, waarvan 1.000 euro overdraagbaar is tot vijf jaar. Zo kan je tot 15.000 euro vrijstelling opbouwen.
  • Voor wie een aanmerkelijk belang van minstens 20% in een onderneming heeft, geldt een trapsgewijze heffing op meerwaarden boven 1 miljoen euro. Die loopt op van 1,25% tot maximaal 10%.
  • Meerwaarden die al zijn opgebouwd vóór 31 december 2025 blijven buiten schot: die blijven vrijgesteld als 'historische meerwaarden'.
Hoewel deze maatregel zich vooral richt op grote vermogens, treft ze in principe iedereen die actief belegt. De belasting wordt deels ingehouden aan de bron, terwijl vrijstellingen via de jaarlijkse belastingaangifte verrekend kunnen worden.

Afschaffing interestaftrek tweede verblijf

Wie een lening afsloot voor een tweede woning kon tot nu toe de intresten deels fiscaal aftrekken in de personenbelasting. Dat fiscale voordeel wordt afgeschaft. Deze maatregel past binnen een bredere hervorming waarbij het beleid fiscale voordelen voor particulier vastgoedbezit wil afbouwen.
De maatregel zou vermoedelijk ingaan vanaf aanslagjaar 2026 of 2027. Dit kan gevolgen hebben voor wie nog plant te investeren in tweede verblijven, al dan niet met oog op verhuur.

Auteursrechten nu ook voor IT-profielen

De fiscale regeling voor auteursrechten is vandaag vooral bekend in de media-, grafische en creatieve sector. Ze laat toe om een deel van je inkomsten aan te geven als roerend inkomen, waardoor je slechts 15% belasting betaalt op dat deel. De regering stelt nu voor om deze regeling ook open te stellen voor IT-profielen, zoals softwareontwikkelaars en technische consultants.
De maatregel wil tegemoetkomen aan de realiteit van de digitale economie, waar creativiteit steeds vaker technisch is. Er zijn nog veel open vragen: Welke IT-functies komen in aanmerking? Hoe wordt "originaliteit" gedefinieerd? Maar de intentie is duidelijk: ook techprofielen moeten fiscaal ondersteund worden.

De Programmawet van 17 juli 2025

Enkele dagen vóór het zomerakkoord keurde het parlement al een programmawet goed. Die bevat een reeks fiscale en sociale maatregelen die nu al van kracht zijn, soms zelfs met terugwerkende kracht. We lichten de belangrijkste wijzigingen voor ondernemers en zelfstandigen toe.

Liquidatiereserve en VVPRbis

De regels rond uitkering van de liquidatiereserve (LQR) worden versoepeld:
  • Uitkering kan al na 3 jaar (i.p.v. 5),
  • Maar de eindheffing stijgt van 5% naar 6,5%, wat leidt tot een effectieve belastingdruk van 15%.
Voor bestaande reserves mag gekozen worden tussen het oude of nieuwe regime. De VVPRbis regeling blijft ongewijzigd.

Carried interest: duidelijkheid voor fondsbeheerders

De carried interest (variabele vergoeding voor fondsbeheerders) wordt voortaan:
  • Belast in de personenbelasting tegen 25%, als roerend inkomen,
  • Normaal belast in de vennootschapsbelasting, echter met verbod op opbouw van liquidatiereserve, zolang sprake van een participatie met carried interest.
Deze maatregel verduidelijkt het fiscale statuut van een specifieke maar groeiende groep van investeerders in private equity of venture capital.

Overurenregeling verlengd

De voordelige regeling rond overuren wordt bevestigd:
  • Tot 180 netto uitbetaalbare overuren per jaar,
  • +120 relance-uren,
  • Met retroactieve ingang vanaf 1 juli 2025.
Voor werkgevers is dit een nuttig instrument in sectoren waar extra prestaties tijdelijk nodig zijn. Voor werknemers blijft dit een manier om extra prestaties belastingvrij te laten uitbetalen.

Boetes, controles en regularisatie

De fiscus voert versoepelingen in:
  • De minimumboete van 10% vervalt bij goede trouw,
  • De boeteteller wordt na 4 jaar gereset,
  • Er komt een permanente mogelijkheid tot fiscale én sociale regularisatie, waarbij boetetarief  30% of 45% bedraagt (naast uiteraard de ontweken belasting)
Zwart geld of vergeten aangiftes kunnen dus op continue basis geregulariseerd worden, zonder dat er nog een aparte ‘tijdelijke regularisatieronde’ nodig is.

Effectentaks & DBI-fondsen

De effectentaks wordt aangescherpt:
  • Misbruik wordt voortaan vermoed, tenzij tegenbewijs.
Voor DBI participaties:
  • Enkel voor grote ondernemingen, vereist dat er sprake is van  van  financiëel vast activa,
Voor DBI-fondsen:
  • Min. 5% heffing op rendement (wijze van berekening nog onduidelijk),
  • Geen verrekening van roerende voorheffing indien onvoldoende bezoldiging.
De bedoeling is om het oneigenlijk gebruik van DBI-fondsen – vooral in combinatie met een te lage loonuitkering – te ontmoedigen.

Uitbreiding 6%-btw bij afbraak en heropbouw

Het verlaagd btw-tarief bij afbraak en heropbouw (6%) gold al voor wie een woning bouwde voor eigen gebruik. Nu is dat ook van toepassing op:
  • Woningen <175 m² die minstens 15 jaar verhuurd worden als hoofdverblijfplaats,
  • Of woningen <200 m² bij sociale verhuur of bij gebruik als eigen woning.
Dit opent fiscale voordelen voor investeerders die verhuren aan particulieren, op voorwaarde dat aan de lange termijnvoorwaarden wordt voldaan.

Geen 6%-tarief meer voor fossiele installaties

Verwarmingsinstallaties op fossiele brandstoffen ouder dan 10 jaar vallen niet langer onder het verlaagde btw-tarief. Hernieuwbare systemen zoals warmtepompen behouden wél het 6%-tarief, en dit vanaf 1 januari 2026. De maatregel past in het klimaatbeleid van de regering en is bedoeld om fossiele energie te ontmoedigen en duurzame investeringen fiscaal aan te moedigen.

Exit taks bij verhuis naar het buitenland

Wie als natuurlijke persoon emigreert naar het buitenland, of wie als vennootschap zijn maatschappelijke zetel verplaatst, wordt voortaan onderworpen aan een exitheffing:
  • Latente meerwaarden worden belast alsof ze gerealiseerd zijn,
  • Voor natuurlijke personen: enkel als er binnen 2 jaar realisatie volgt,
  • Voor vennootschappen: juridische grijze zones binnen EU blijven bestaan.
Deze maatregel moet voorkomen dat Belgische belastingplichtigen hun winsten zonder belasting kunnen overhevelen naar het buitenland.

PEPPOL en sancties

Wie de e-facturatieplicht (via PEPPOL) niet naleeft, krijgt duidelijke boetes:
  • Eerste inbreuk: 1.500 EUR,
  • Tweede: 3.000 EUR,
  • Derde: 5.000 EUR.
Deze maatregel wil de met ingang van 01 januari 2026 verplichte elektronische facturatie afdwingen, ook bij kleine ondernemingen. De sancties gelden per overtreding en moeten ondernemingen aansporen hun digitale administratie op orde te brengen.

Vennootschapsstructuren en investeringen

  • Groepsbijdrage uitgebreid naar indirecte participaties en nieuwe entiteiten. Zo genieten mogelijk ook indirecte participaties en nieuwe dochterbedrijven van deze fiscale consolidatie.
  • Investeringsaftrek wordt onbeperkt overdraagbaar: bedrijven kunnen hun fiscale aftrek voor investeringen dus langer spreiden.
  • Kmo’s: tijdelijke degressieve afschrijving toegelaten, wat investeringen versneld fiscaal aftrekbaar maakt.
  • Grote ondernemingen: mogen 40% afschrijven op investeringen in ecologie, R&D of Defensie.
  • Formulier 270 MLH wordt afgeschaft, wat administratieve vereenvoudiging betekent bij grensoverschrijdende dividenden.

BEPS13 vereenvoudigd

De verplichte transfer pricing-documentatie (BEPS13) wordt eenvoudiger voor kmo's. Zo moeten zij minder bewijsstukken aanleveren over verrekenprijzen tussen gelieerde bedrijven, wat de administratieve last verlicht en het risico op boetes bij controle vermindert.

Voorafbetalingen onder de loep

De regering onderzoekt of voorafbetalingen in de personenbelasting en voor kmo's kunnen worden afgeschaft. Dat zou de liquiditeit verbeteren, omdat ondernemers pas achteraf hoeven te betalen in plaats van voorschotten te doen.
Er is nog geen wetgevende tekst, maar de studie loopt en maakt deel uit van een bredere hervorming van de inning van belastingen.

PIA Group helpt jou met plezier!

Heel wat bepalingen zijn al in werking. Andere komen eraan in 2026. Dit is hét moment om je fiscale strategie te evalueren. Maar geen zorgen: je staat er niet alleen voor.
De PIA-boekhouders en Advisory-experts volgen de ontwikkelingen op de voet en staan klaar om je bij te staan zodra de concrete wetgeving gepubliceerd wordt. Heb je nu al vragen of zaken die je wilt bespreken? Aarzel dan niet en neem contact met ons op. We helpen je graag verder.

Gerelateerd nieuws

Ontdek al het nieuws

Meer weten over onze diensten?

We helpen je graag verder.

Contacteer ons